Transitie van de landbouw kan op veel verschillende manieren

‘Als je verandering wilt, moet je de verandering zijn.’

Ysbrand Galama en Geert Broersma zijn twee melkveehouders in Friesland die de transitie naar duurzame landbouw maken. Zij kozen twee totaal verschillende routes om hun doel te bereiken. De een gaat voor extensivering, de ander voor technische innovatie.  Toch komen ze allebei in aanmerking voor een laagrentende lening uit het Investeringsfonds Duurzame Landbouw.  Twee omschakelingen voor één doel: toekomstbestendige landbouw. Twee mannen over missies, generaties en mest. En liefde. Voor mensen, dieren en het Friese landschap.

Het Investeringsfonds Duurzame Landbouw (IDL) is een onderdeel van het omschakelprogramma van het ministerie van LNV. Als een agrarische ondernemer van de acht genoemde doelen op minimaal vijf van die doelen vooruitgang boekt, dan kan een beroep gedaan worden op het IDL.

Het gaat bij het IDL juist om het bereiken van het doel, namelijk omschakeling naar duurzame landbouw. Daarbij is er nadrukkelijk voor gekozen om niet expliciet een route daar naartoe vast te leggen. Twee voorbeelden laten zien dat het gaat om het uiteindelijke effect en niet om de te varen koers.

Maatschap Galama

Ysbrand Galama heeft onlangs het melkveebedrijf van zijn ouders in Heidenskip overgenomen. ‘Mijn drijfveer is dat ik met dit land iets moois kan gaan doen voor de vogels, de biodiversiteit, het landschap en de koeien. Ik noem mezelf een ‘weidevogelboer’. Ik ben een idealist, maar ik wil ook wat overhouden voor op de boterham. Ik vind dat extensief boeren mogelijk moet zijn, daarom heb ik meteen tien koeien verkocht. Het open landschap hier, met weiden met bloemen, slootjes met kikkers en dotterbloemen, dat heb je nodig voor weidevogels. En je hebt koeien nodig die dat landschapssysteem in stand houden.’

Maatschap Broersma-Van der Noord

De koeien van Geert Broersma uit Damwâld lopen in weilanden die zijn omgeven door 14 kilometer elzensingels. Geert vertelt: ‘Die singels zijn weer leefgebied voor vogels en wild. En op het erf hebben we ook veel vleermuizen. Ze nestelen in de oude schuur, waar straks het jongvee staat.’ Broersma kocht in 1998 zijn boerderij van een boer die zijn bedrijf beëindigde. ‘Het ouderlijk bedrijf splitsten wij toen op in een deel voor mij en een deel voor mijn broer. Ik begon dus op een nieuwe plek. Wij hebben nu 175 koeien, straks gaan we naar 200, waarvan er dan continu zo’n 15 tot 20 droog staan. We hebben de afgelopen jaren ook grond bijgekocht, we zitten nu op 110 hectare.’

De oude mesthoop

Geert: ‘Ik werk aan een bedrijf dat past in de omgeving, waar een balans is tussen de hoeveelheid koeien en de grond, waar veel weidegang is en waar voldoende omzet uitkomt voor een heel gezin. Het belangrijkste in mijn visie is dat ik de grond van ons bedrijf goed wil bedienen. Dat betekent dat je er wat aan toevoegt, waar de grond goed op kan functioneren.’ Daarvoor bedacht Geert met zijn adviseurs een innovatieve methode, waarbij de mest wordt gescheiden in een dunne en dikke fractie. ‘Wij gaan weer naar de oude mesthoop, maar wel in een andere vorm met nieuwe toevoegingen.’

Kunstmest

Uiteindelijk wil Geert ook het kunstmestgebruik op zijn bedrijf minimaliseren of zelfs niet meer gebruiken. ‘Kunstmest produceren kost heel veel energie, dat is allereerst al een reden in deze tijd om het niet meer te willen gebruiken. Maar ik denk ook dat kunstmest niet goed werkt voor de bodemgezondheid. Ik wil de apart opgevangen urine hiervoor in de plaats gebruiken.’  Ook Ysbrand  wil stoppen met het gebruik van kunstmest. ‘Ik ben er nagenoeg vanaf, de komende zomer doe ik het waarschijnlijk helemaal zonder.  Ik ben nu aan het kijken hoe ik op termijn van de drijfmest af kan komen. Ik wil weer naar de ouderwetse stalmest. Kruidenrijk grasland, nodig voor de vogels en mijn koeien, verdraagt geen drijfmest. Je hebt een tragere meststof nodig, anders ligt alle begroeiing al ver voor half juni plat op het land. Dan hebben de weidevogels er ook niks meer aan.’ Geert reageert: ‘Dat kruidenrijke grasland, daar moet ik de komende jaren mee aan de slag. Ik heb al wel wat geprobeerd, maar niet alles lukt meteen. Je blijft bezig op deze manier en dat is ook goed.’

Transitie per generatie

De families Broersma en Galama zijn al generaties lang boeren. Ysbrand: ‘Mijn vader vroeg zich af, of hij in mijn ogen alles dan verkeerd had gedaan. Maar zo zie ik dat niet. Iedereen doet alles vanuit zijn eigen tijdgeest. Als mijn vader toen niet mee had gedaan met de vernieuwingen, was de boerderij er al lang niet meer geweest. Hij heeft het dus goed gedaan. En nu ga ik het op mijn manier doen. Als je verandering wilt, moet je de verandering zijn. Mijn droom is een extensieve boerderij met blije koeien in een landschap in balans. Daar horen weidevogels bij.’

Geert herkent die inbreng van de volgende generatie. Hij en zijn vrouw hebben vier dochters, die allemaal op hun eigen manier en niveau meedenken in de ontwikkelingen van het bedrijf. ‘Je praat er veel over met elkaar natuurlijk. Onze oudste dochter draait inmiddels een jaar of drie mee in de maatschap, zij heeft haar opleiding in Dronten gedaan. Zij brengt weer nieuwe inzichten mee op het gebied van de bedrijfskunde en agribusiness. Ook de andere drie zijn heel betrokken. Maar of ze meewillen in het bedrijf, dat moeten ze zelf in de toekomst uitvinden.’

Ysbrand en zijn vrouw Geke hebben sinds kort een zoon. ‘Of hij later het bedrijf over wil nemen, dat mag hij helemaal zelf weten. We hopen hem de liefde voor de natuur en de vogels mee te kunnen geven. Het gaat er in het leven om dat je ten volste jezelf wordt. Haal het beste uit jezelf en gun dat ook een ander.’

Het Investeringsfonds Duurzame Landbouw (IDL)

Ondernemers die een beroep doen op het IDL worden niet verplicht tot het nemen van specifieke maatregelen. Het gaat bij het IDL echt om het bereiken van doelen. Investeringen moeten wel leiden tot aantoonbare verbeteringen op de gestelde doelen, waarvan een daling van de stikstofemissie de belangrijkste en verplichte is.  Een onafhankelijke commissie, met mensen uit praktijk en wetenschap beoordeelt de aanvragen op duurzaamheid. Het Groenfonds beoordeelt de plannen daarna op financiële haalbaarheid en verstrekt bij akkoord de lening.

Investment Managers

Onze specialisten helpen je graag verder

Rob van Eijck
Rob van Eijck
Fondsmanager Investeringsfonds Duurzame Landbouw